Bij het STOEP-principe krijgen de behoeften van de zwakke weggebruiker prioriteit. Door de opmars van elektrische vervoersmiddelen, evolueerde het STOP-principe stilaan naar het STOEP-principe. Bij de (her)aanleg van straten wordt eerst gekeken naar de veiligheid van stappers, trappers … in volgorde van het STOEP-principe, en soms minder naar het gemak van bijvoorbeeld automobilisten.
De heraanleg van Schuttershof en Pas zijn hier concrete voorbeelden van. Het STOEP-principe staat voor:
Het mobiliteitsplan omvat een fietsbeleidsplan met integrale aandacht voor de fietser. Van fietsinfrastructuur, fietsenstallingen, fietsstraten, fietsparkeerplaatsen tot fietspromotie, deelfietsen, fietsvaardigheden en veilige schoolomgevingen … Kortom, alles om van Geel een fietsstad te maken.
Scholen, handelaars, horeca en andere voorzieningen moeten met alle soorten vervoer bereikbaar zijn, maar dit betekent niet dat auto’s dwars door de stad moeten rijden. Op deze manier gaat de stad sluipverkeer tegen en komt er ruimte vrij voor leefbare en veilige woon- en winkelstraten.
De stad wil de lokale ondernemers, die fors geïnvesteerd hebben in hun zaak, koesteren en ondersteunen. Een ondersteunend mobiliteits- en parkeerbeleid is hierbij van groot belang.