Visie

Het STOEP-principe hanteren

Bij het STOEP-principe krijgen de behoeften van de zwakke weggebruiker prioriteit. Door de opmars van elektrische vervoersmiddelen, evolueerde het STOP-principe stilaan naar het STOEP-principe. Bij de (her)aanleg van straten wordt eerst gekeken naar de veiligheid van stappers, trappers … in volgorde van het STOEP-principe, en soms minder naar het gemak van bijvoorbeeld automobilisten.

De heraanleg van Schuttershof en Pas zijn hier concrete voorbeelden van. Het STOEP-principe staat voor:

  • S van stappen (voetgangers)
  • T van trappen (fietsers)
  • O van openbaar vervoer
  • E van elektrisch vervoer
  • P van privé (individueel gemotoriseerd vervoer)

De fietser meer plaats geven in het straatbeeld

Het mobiliteitsplan omvat een fietsbeleidsplan met integrale aandacht voor de fietser. Van fietsinfrastructuur, fietsenstallingen, fietsstraten,  fietsparkeerplaatsen tot fietspromotie, deelfietsen, fietsvaardigheden en veilige schoolomgevingen … Kortom, alles om van Geel een fietsstad te maken.

Geel goed bereikbaar maken, maar beperkt doorrijdbaar met de auto

Scholen, handelaars, horeca en andere voorzieningen moeten met alle soorten vervoer bereikbaar zijn, maar dit betekent niet dat auto’s dwars door de stad moeten rijden. Op deze manier gaat de stad sluipverkeer tegen en komt er ruimte vrij voor leefbare en veilige woon- en winkelstraten.

Aandacht hebben voor onze lokale ondernemers

De stad wil de lokale ondernemers, die fors geïnvesteerd hebben in hun zaak, koesteren en ondersteunen. Een ondersteunend mobiliteits- en parkeerbeleid is hierbij van groot belang.