Klimaat

promoot dakwindmolentjes door aan te geven waar ze kunnen lonen en weinig storen.

Vooral nu er hogere gebouwen worden gezet.

Reacties
  • Jan B

    ongeveer 5 jaren geleden

    De efficientie van een windmolen is kwadratisch evenredig met het oppervlak dat de wieken bestrijken. Uit verschillende binnenlandse en buitenlandse langdurige tests is gebleken dat de terugverdientijd van kleine en middelgrote windmolens langer is dan de levensduur van de molen zelf. En dan hebben we het nog niet over de energetische terugverdientijd: iets maken kost energie, die energie zorgt ook voor uitstoot. kleine windmolens stoten dus in hun leven meer uit dan dat ze terugwinnen. Tel daarbij het gevaar voor vogels (kleine windmolens hebben typisch een hoger toerental dan de Megawatt versies en staan lager bij de grond en zijn dus beter gecamoufleerd voor vogels dan de grote: ze richten dus ook nog eens meer schade aan het vogelbestand. Windmolens zorgen trouwens ook voor een extra belasting voor het gebouw waar ze op staan: dit moet berekend, en aangepast worden wat ook geld en energie vergt. Beter is dus om cooperatief voor een hele grote windmolen te gaan!